Letselschade

letselschade

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. De consequenties van de fout hangen sterk af van de aard van de werkzaamheden. Zo zullen zich in een kantooromgeving minder snel ernstige bedrijfsongevallen door een fout van een medewerker voordoen, dan bijvoorbeeld op een bouwplaats. Uitgesloten is het overigens niet. Zo heeft ons kantoor wel eens iemand bij gestaan die ernstig heupletsel opliep na een struikelpartij achter haar bureau. Volledig het gevolg van het feit dat het snoer van haar bureautelefoon niet was vastgezet na een verhuizing en zij daardoor bleef haken bij het opstaan. Dit zijn gelukkig uitzonderingen.

De risico’s zijn vaak een stuk groter als er met machines wordt gewerkt, hoogte in het spel is of intensief gemotoriseerd verkeer op de werkvloer plaatsvindt. Een combinatie van twee van deze drie risicofactoren komt natuurlijk ook voor en maakt het er niet beter op. Denk bijvoorbeeld aan de heftruck die wordt gebruikt op een vaak wat minder overzichtelijke bouwplaats. De bestuurder zal maar per ongeluk de steiger waarop zich de metselaar bevindt, raken. Zo zijn er nog legio voorbeelden te bedenken en ook de meest onwaarschijnlijke scenario’s, blijken in de praktijk toch te kunnen gebeuren.

Als een medewerker door een fout van een andere medewerker letsel oploopt, is de werkgever aansprakelijk voor de gevolgen van dat ongeval. Dat is geregeld in de wet (artikel 6.170 BW). Ook de door de opdrachtgever ingehuurde ZZP’er kan schade veroorzaken die voor rekening van de opdrachtgever komt (art. 6.171 BW). Wordt de schade veroorzaakt door een werknemer die daarbij gebruik maakte van een motorvoertuig, zoals een heftruck, dan geldt dat de eigenaar van dat motorvoertuig (ook) aansprakelijk is, als dat toevallig niet ook de werkgever is.

De financiële consequenties kunnen zeer verstrekkend zijn. Bij volledige arbeidsongeschiktheid van de getroffen werknemer bijvoorbeeld, loopt de schade op jaarbasis al gauw in de (tien)duizenden euro’s. De getroffen werknemer kan die schade dan volledig op de werkgever of de eigenaar van de heftruck verhalen. Het betreffende slachtoffer zal maar aan het begin van zijn arbeidzaam leven staan en nooit meer kunnen werken. Met de huidige pensioenleeftijd, die alleen maar hoger wordt, kan de periode waarover schade moet worden betaald zomaar oplopen naar 40 of misschien zelfs wel 50 jaar.

Ook ander schadeposten kunnen aanzienlijk in de papieren lopen. Denk bijvoorbeeld aan de geboren klusser die eigenhandig zijn vooroorlogse woning zou renoveren en nu voor alle werkzaamheden duurbetaalde professionele hulp in moet roepen. Of huishoudelijke hulp voor de rest van zijn leven. En zo zijn er nog vele – soms nauwelijks te verzinnen – schadeposten die de aansprakelijke partij een vermogen kunnen kosten.

Het belang van een goede verzekering voor het risico dat het gebruik van heftrucks met zich meebrengt, is dus groot!

 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met onze partner bij letselschade, EXPERTISE- EN SCHADEREGELINGSBUREAU TIJBOUT B.V.

www.tijbout-letselschade.nl